In sommige gevallen vraagt de kredietverstrekker een onderpand vooraleer een lening toe te staan. Een onderpand kan bijvoorbeeld je huis zijn, of je auto of zelfs je fiets, geheel afhankelijk van de hoogte van het geldbedrag dat je wil lenen. Heb je geen onderpand, dan zal in dat geval een lening vaak niet mogelijk zijn. De kredietverschaffer vindt het risico namelijk te groot om aan jou geld uit te lenen.
Het onderpand geeft zekerheid aan de geldverstrekker. Door het onderpand zijn ze ingedekt tegen eventuele wanbetaling. Kan je niet aan je verplichtingen voldoen, dan nemen ze het voorwerp dat je in onderpand hebt gegeven in beslag en kunnen ze het verkopen om alsnog het verschuldigde bedrag te kunnen innen. Het onderpand zal daarom altijd meer waarde moeten hebben dan de hoogte van het geldbedrag dat je leent om er zeker van te zijn dat het onderpand ook daadwerkelijk het gewenste dan wel benodigde bedrag opbrengt.
Mensen die iets in onderpand geven om een lening af te kunnen sluiten willen meestal graag eigenaar blijven van hun waardevolle spullen. Daarom kan het onderpand een extra motivatie zijn om de lening toch op tijd af te lossen.
Geld lenen zonder onderpand is alleen mogelijk bij bepaalde leningen. Bijvoorbeeld relatief kleine leningen, dit zijn leningen tot dertigduizend euro. In dit geval zal de bank niet letten op een onderpand, maar slechts op je financiële verleden. Dit houdt in dat je geen grote schulden mag hebben, anders wordt de lening alsnog afgewezen. Als dit in orde is, zal de bank een lening willen toestaan zonder onderpand én tegen een relatief laag rentepercentage. Maar liefst 75% van de persoonlijke leningen worden zelfs verleend op enkel kredietwaardigheid.