Lijfrente laten uitkeren of uitstellen?

U heeft jaren geleden een lijfrente afgesloten en nu wordt uw verzekering bijna uitgekeerd. Er wacht een behoorlijk bedrag op u.

Daarom is het verstandig om u goed te informeren hoe u de lijfrente het beste kunt laten uitkeren. Zeker nu de AOW- leeftijd is verhoogd van 65 jaar naar 68 jaar (66 jaar en 4 maanden in 2021).

Wat te doen? Is het fiscaal verstandig om de lijfrente al vóór uw AOW-leeftijd te laten uitkeren? Of kunt u beter uitstellen? En wat zijn de opties om de uitkering uit te laten stellen?

Lijfrente: een extra spaarpotje voor na uw pensioen

Met een lijfrente bouwt u extra pensioen op met belastingvoordeel tijdens de opbouwfase en meestal ook in de uitkeringsfase. U betaalt tijdens de opbouwfase geen vermogensrendementsheffing in box 3 (vermogen/ spaargeld). Bovendien mag u de inleg voor de lijfrente aftrekken in box 1 (inkomen huis en woning).
Een gunstige regeling dus voor mensen die naast hun AOW (en werknemerspensioen) zelf nog een extra spaarpotje willen opbouwen voor na hun pensioen.

Heeft u na jaren sparen een aardig kapitaal opgebouwd in uw lijfrenteverzekering en komt dit bedrag bijna vrij? Dan kunt u kiezen voor periodieke uitkeringen, afkoop of uitstel via doorsparen/ beleggen. Hieronder leggen we de opties uit.

1. Lijfrente laten uitkeren

Als de lijfrente vrijkomt kunt u deze laten uitkeren. Dit kan per maand, kwartaal of jaar, net wat voor u het handigste is.

Belangrijk bij deze uitkeringen is dat ze alleen mogen plaatsvinden ná uw AOW- gerechtigde leeftijd. U kunt de periodieke uitkeringen laten ingaan tot 5 jaar na het bereiken van uw AOW-leeftijd en ze moeten minimaal 5 jaar doorlopen.

Een andere mogelijkheid is beleggen met (een deel van) uw vrijgekomen lijfrente. Beleggen biedt kans op een hoger rendement. Er zijn wel risico’s aan verbonden, zoals waardevermindering van uw beleggingen.

2. Lijfrente afkopen

Een tweede optie is om uw lijfrentekapitaal in één keer af te kopen/ uit te laten keren. Dat lijkt een goed idee omdat u in één keer een flink bedrag ter beschikking heeft, maar het is fiscaal niet aantrekkelijk. De fiscus telt het gestorte bedrag namelijk op bij uw inkomen, met een flinke belastingaanslag tot gevolg. Bovendien betaalt u over de afkoop van lijfrentes, die na 1 januari 1992 zijn afgesloten, een boete van 20% over het gehele bedrag (revisierente). U mag weliswaar een bedrag tot € 4.547 boetevrij laten uitkeren, maar de meeste verzekerden zullen een hoger bedrag hebben opgebouwd. Oppassen dus als u uw lijfrente in één keer wilt laten uitkeren, het is bijna nooit de beste optie!

3. Lijfrente uitstellen: doorsparen of beleggen

Stel, u zit tegen uw pensioen aan maar u wilt nog helemaal niet stoppen met werken. Omdat u uw werk te leuk vindt en/ of omdat u het extra inkomen nog nodig heeft.

Of u wilt nog niet laten uitkeren omdat u uw lijfrente-uitkeringen nog helemaal niet nodig heeft. Bijvoorbeeld omdat u eigenlijk prima kunt rondkomen van uw AOW en werknemerspensioen en liever blijft doorsparen. In beide gevallen kan het dan een goed idee zijn om de extra spaarpot in de vorm van uw lijfrente uit te stellen en door te blijven sparen. Ook fiscaal kan dit aantrekkelijk zijn; u betaalt immers geen belasting over een inkomen dat u nog niet ontvangt.

Een andere optie is beleggen met uw uitgestelde lijfrente. Beleggen biedt kans op een hoger rendement dan met sparen. Maar er zijn ook meer risico’s aan verbonden, zoals waardevermindering of renterisico.

Laatste artikels over Verzekeren